We wandelen de “Groene Wissel Kerkrade”, een prachtige wandeling uit de WandelZapp app (download ‘m gelijk even in de appstore, echt een geniale wandelapp) langs de Crombacher en Bleijerheiderbeek. Omdat we eerst in Snowworld hadden rond geskied was het al ver voorbij de middag voor we bij het startpunt van de wandeling onze wandelschoenen wilden aantrekken. Maar zonder enige aankondiging bleken de zolen van mijn Meindl’s (heb je mijn ‘ode aan mijn Meindl’s gelezen?) er compleet af te liggen. Dus wij eerst in allerijl op internet gezocht naar een wandelschoenenwinkel die ook dit merk verkoopt. Moesten we even voor naar Valkenburg rijden. De aardige eigenaar had mijn soort schoenen niet (en ik wil alléén maar deze…) maar had gelukkig ook goed nieuws: er is 1 schoenmaker in de Benelux die de Meindl licentie heeft om dit soort schoenen te verzolen. Maar die zit in Veenendaal….
Dus onverrichter zaken weer terug. Inmiddels 4 uur en Ariaan vindt het eigenlijk welletjes. Maar ik niet en hij gaat toch met me mee. We rijden terug naar het hotel, ik trek de meest comfortabele schoenen aan die ik bij me heb om vervolgens nog een keer terug te rijden naar het startpunt.
En uiteindelijk lopen we langs de grens van Duitsland, allebei blij dat we toch nog gegaan zijn.
Want waar lag onze grens? Wanneer zeg je ‘ik stop ermee’ en wanneer ga je gewoon door volgens plan?
Of, nog dichterbij, wanneer geef je je grens aan en wanneer laat je het allemaal maar gebeuren?
Daar moest ik aan denken toen ik langs die beken liep. Wat een grens eigenlijk is. In dit geval een beek van soms maar 20cm breed. En wáár is die grens dan? In het midden van de beek? Is die beek dan half Nederlands – Half Duits? En hoe zie je dat dan? Bij de officiële grensovergangen is het allemaal heel duidelijk maar hier, midden in de natuur helemaal niet.
Bij mensen is die grens ook vaak moeilijk te zien. Zeker als je het niet aangeeft. Veel deelnemers van mijn programma’s kampen hiermee. En niet alleen zij, ook andere vrouwen die ik spreek. En mannen.
Niemand loopt rond met het woordje ‘grens’ op het voorhoofd. En net zoals bij het verschil tussen een grensovergang en de grens die door een beek loopt, is die onzichtbare mensengrens dus moeilijk te bepalen voor de ander.
Bij mij had een grens heel vaak een bandbreedte, er zat veel ruimte in. Een beetje eroverheen was voor mij nooit een punt (en dat is het gekke, altijd een beetje eróverheen he, nooit ervóór blijven). Ik wilde graag iedereen te vriend houden en bewoog me makkelijk mee met de ander. Dat was voor iedereen handiger, niemand hoefde zich dan ongelukkig te voelen want iedereen kreeg zijn zin. Behalve ik natuurlijk want ik gaf nooit wat aan.
Zo deed ik dat ook in de opvoeding van mijn kinderen. Ik had nooit een granieten ‘nee’. Altijd een nee, mits…
Achteraf weet ik dat dat dus helemaal niet fijn is voor je omgeving. Niemand weet ooit wat ie aan je heeft. Jij hebt immers nooit een mening? Vindt alles altijd goed? Als hij/zij/de kinderen/iedereen maar gelukkig is?
Geloof mij, het werkt niet. Uiteindelijk niet. Uiteindelijk wordt niemand er gelukkiger van als jij je grenzen niet aangeeft. Als jij niet opkomt voor wat voor jou belangrijk is. Als jij niet duidelijk bent in wat jij wilt, waar jij behoefte aan hebt. Als jij nooit denkt “ik voorop.
En nee, dat is niet egoïstisch. Dat is krachtig en kwetsbaar tegelijk. En duidelijk voor iedereen, vooral voor jezelf.
Heb jij het idee dat je nog wat vaker ‘ik voorop’ mag denken? En mag handelen vanuit wie jij werkelijk bent? Zonder daarmee de ander te kort te doen aar juist duidelijkheid te geven?
Bel mij dan gewoon even voor een afspraak. Of vul het formulier in, dan neem ik contact met jou op.
0 reacties